's Morgens vroeg nog even gedoucht in het hotel, en gelukkig lag er zeep. Want aangezien onze bagage nog steeds in de luchthaven stond, moesten we ons behelpen met wat er was. Alleen een kam hadden we niet. Ik had gelukkig mijn haar al de avond voordien in een vlecht gedaan, zodat het er toch nog een beetje deftig uit zou zien. En dan wachten in de lobby tot de shuttle naar de luchthaven kwam. En daar voor het inchecken nog even als ontbijt koude pizza verorbert, want we mochten er waarschijnlijk toch niet mee door de security. Meestal stel je je wel iets anders voor bij ontbijt, maar het viel nogal mee.
Alles verliep daarna gelukkig vrij vlot, en al gauw zaten we weer op het vliegtuig. Ondertussen was het beginnen gieten, waardoor de vliegtuigen wéér in vertraging stonden. Daar gingen we weer... Toen het weer begon te minderen, was er nog een ander probleem: er bleek nog een vos op de startbaan rond te lopen, dus die moest eerst gevangen worden vooraleer er weer vliegtuigverkeer mogelijk was... Wéér vertraging dus. Maar ja, uiteindelijk konden we dan toch weer opstijgen, richting Las Vegas. Onderweg mooie zichten gezien, we vlogen namelijk over het Colorado-plateau.
En stilaan kwam er weer wat huizen in zicht, en werd de landing naar Las Vegas ingezet. Van ver konden we al de grote gebouwen van de verschillende casino's zien, zoals een Egyptische piramide, de Eiffeltoren, MGM, ...
Wat ik hallucinant vond, was het "casino" in de luchthaven. Van zodra je het vliegtuig uitstapte, wachten een heleboel gokautomaten je op... En zo heel het gebouw door. We hadden heel wat tijd tussen onze twee vluchten, dus gingen we op ons gemak met het treintje naar een ander gebouw van de luchthaven. Ik had gehoopt dat we dicht bij het "centrum" zaten, The Strip, maar dat bleek niet zo te zijn, toch niet meteen als je de luchthaven uitkwam... En dat Las Vegas in het midden van de woestijn ligt, hebben we ook geweten. We wilden dus even een kijkje nemen buiten, maar we vielen bijna omver van de warmte, en toen was het nog in de voormiddag. Grootste reden was natuurlijk het verschil tussen het gebouw met airco en de warme buitenlucht. Lang hebben we het buiten niet getrokken, maar dan gewoon weer richting vertrekhal gegaan. Daar moesten we weer door de security. Deze keer niet enkel een metaaldetector, maar ook een prototype van een nieuw systeem. Je stond in een soort van pashokje, en dan werd er lucht gespoten... Wat de bedoeling ervan was, geen enkel idee... En dan konden we weer wachten, om dan eindelijk onze vlucht naar Anchorage te nemen... We zaten eerst niet samen, maar gelukkig was iemand bereid om te wisselen, en Wim heeft nog nooit zo'n ruimte gehad voor zijn benen, want voor hem was er zelfs geen zetel!
Ook tijdens deze vlucht was het aangenaam om naar buiten te kijken. Bij het opstijgen hadden we een mega-zicht op de Strip, maar omdat ik niet aan het raam zat, ook geen foto's... En ik was ook niet voorbereid op dat moment. In de tweede helft van de vlucht heel wat bergtoppen zien uitsteken boven de wolken, en toen de wolken stilaan verdwenen, kregen we al gletsjers te zien. En zo kwamen we dus eindelijk in Alaska aan. Een kleine luchthaven, waar ook heel veel kleinere vliegtuigen landen. Dan wéér een keer wachten, ditmaal tot onze bagage eraan kwam. Maar tot onze grote ergernis bleek de grootste rugzak niet op de transportband te verschijnen, maar de andere 2 wel... Dan weer een keer aanschuiven om informatie te vragen, bleek onze rugzak met een andere vlucht uit Houston mee te zijn, en die zou binnen een uurtje arriveren. We hadden het allebei gehad, zoveel problemen om er te geraken, en nu dit weer! We hadden ondertussen ook gebeld naar het verhuurbureau voor onze auto, maar ze moesten dus ook nog wachten om ons te halen. En toen onze rugzak er eindelijk was, bleek er nog een misverstand te zijn, want onze chauffeur bleek ons net gemist te hebben, en hij was al teruggekeerd. En uiteindelijk zijn we toch nog in het bureau geraakt, en konden we om 18u onze tocht beginnen die we normaal gezien om 9u 's morgens zouden beginnen... We hadden nog een lange rit voor de boeg naar McCarthey. Veel van het uitzicht hebben we niet kunnen genieten, want het tempo dat we erop nahielden zoefde het landschap gewoon voorbij. Wel een paar keer moeten stoppen om bij te tanken, want in onze blauwe pick-up ging enerzijds niet zoveel benzine en aan de andere kant verbruikte hij ook veel. De eerste keer dat we gingen tanken, lukte het niet, en moesten we in de winkel hulp halen. Wisten wij veel dat je eerst een systeempje omhoog moest doen om de benzine te laten vloeien...
Ondertussen begon het stilaan donker te worden, toen we aan het begin van de McCarthey route aankwamen. We moesten nog bijtanken om heen en weer naar het mijnwerkersdorpje te geraken, maar blijkbaar was het bezinestation al dicht. Dan nog even aangeklopt bij het lokale hotel met de vraag of er dichtbij nog iets was. Ja, er was eentje een aantal kilometers terug, maar die sloot om 22u. En ondertussen was het al iets later. Wim begon uit te rekenen hoeveel km we moesten rijden en hoeveel de auto verbruikte, en kwam tot de conclusie dat we waarschijnlijk net genoeg hadden om binnen twee dagen terug te geraken in dit dorpje. Dus vertrokken we naar McCarthey, op de hobbelige route. Nu, blijkbaar was de route vorig jaar helemaal gerestaureerd, en viel het al bij al mee, want we hadden verhalen gelezen en gehoord van hoe slecht het er wel bijlag. De route loopt in feite over de oude spoorwegbedding die het mijnwerkersgebied verbond met de bewoonde wereld. Gelukkig was het volle maan, en valt de nacht in Alaska in de zomer minder snel dan hier, zodat we toch een vrij goed zicht hadden op de weg. Het zicht van de maan op de verschillende meertjes naast de weg was schitterend, en op een bepaald moment zag ik ook een grote uil wegvliegen. Maar we kregen nog meer wildlife te zien, konijntjes en knaagdieren die voor de auto liepen en hopelijk hebben ze het allemaal overleefd. Op een gegeven moment zagen we mensen langs de weg, die waren in het pikdonker aan het wandelen, stel je voor. Ze wilden natuurlijk doodgraag een lift (hoe zou je zelf zijn als je wolven hoort huilen en wetende dat er nauwelijks verkeer nog komt), en boden ons ook veel geld aan, maar het probleem was dat ze enorm ver terug een kampplaats hadden, en wij dus met een beperkte hoeveelheid benzine zaten. Ze boden ons aan om daar gratis te tanken, maar na twee dagen vliegen en autorijden hadden we écht wel nood aan genoeg slaap, en hoe erg we het ook vonden voor hen, we konden niet terug. Na even overleggen hadden ze nog een andere optie: een paar mijl verder na een brug was er een huisje, en ze kenden de mensen die daar verbleven, en ze zouden vragen om daar te overnachten of dat ze hen terug zouden brengen. Dus sprongen ze achterin de pick-up en namen we ze dus verder mee op onze route. En dan hadden we nog een uur voor de boeg, maar eindelijk kwam het einde in zicht: er kwamen al meer parkeerplaatsen in zicht, en we reden verder tot aan de brug. Vreemde auto's mogen niet in het dorp komen, dus moesten we parkeren aan de brug. Best dat ik nog één van onze "mijnwerkerslampjes" bij de hand had, want het was pikdonker op een beetje maanlicht na en vertrok ik richting telefoon en belde ons hotel op. Gelukkig was er nog iemand wakker die ons kwam ophalen, en konden we na een lange vermoeidende reisdag eindelijk in het Ma Johnson hotel in ons bedje ploffen. Dus al bij al hadden we na zoveel tegenslag ons doel eindelijk bereikt, en konden we de dag nadien toch nog aan ons programma die we geboekt hadden, beginnen. Eind goed, al goed? Laat ons hopen dat we geen verdere problemen meer hebben...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten