Na een zomer zwoegen in de horeca was het op 16 augustus eindelijk tijd om op reis te vertrekken. Zoals gewoonlijk de avond voordien nog alles ingepakt en nog een paar keer moeten herinpakken omdat niet alles in de geplande rugzakken konden. Tja, en dan hadden we ons al wat beperkt (dachten we, zo zou later blijken...)
Zaterdagmorgen reden we dan samen met Wims ouders richting Oostenrijk. We hadden het idee om de etappe in twee stukken te doen, om ook niet oververmoeid toe te komen en te beginnen aan de huttentocht. Het verkeer viel onderweg goed mee, nauwelijks opstopping gehad, ondanks het feit dat de Duitsers blijkbaar massaal de autowegen aan het verbreden zijn.
We hebben ongeveer tot 17u gereden, en toen waren we net de grens over in Oostenrijk, en we moesten de 2de afrit of zo hebben (net voor de plaats waar je een vignet moet gebruiken, dus hadden we geluk). Daar in de buurt was het plaatsje Kufstein, waar we op zoek gingen naar een plaats om te overnachten. In een gezellig straatje vonden we 2 "zimmer frei", maar bij de ene bleek er niemand thuis te zijn, en bij de andere was er maar één kamer beschikbaar. Dus ging onze zoektocht verder. Ditmaal kwamen we een hotel tegen. Veel zin om verder te zoeken hadden we niet, en hoewel het vrij duur was, besloten we toch om daar te slapen. Ik had gelukkig ons materiaal voor één nacht in een zakje apart gestoken, zodat we niet de hele rugzak zouden moeten ondersteboven halen om aan ons slaap- en toiletgerief te geraken.
En daarna was het tijd om iets te gaan eten. We wandelden wat verder naar het centrum van de plaats, langs de Inn. In Kufstein is ook een burcht te vinden net aan het water, en een steegje met diverse restaurants. Na diverse pogingen om een geschikte plaats te vinden om iets te eten (gesloten, geen warme maaltijd, volzet...) , zijn we maar naar het steegje teruggekeerd en daar een ideaal restaurant gevonden.
We besloten om allemaal een schotel voor 2 personen te nemen, en dat werd later op één schotel opgediend. Een ruime keuze aan vlees, soorten aardappelen en groentjes! Super lekker! En toen de hele schotel leeg was, werd het tijd om terug te keren naar het hotel om te slapen. Nu ja, van slapen is er bij mij niet zo veel in huis gekomen, ik ben verschillende keren wakker geworden 's nachts...
Na het ontbijt ging onze reis dan verder richting Virgen. Langzaam begon het landschap meer en meer te veranderen, tot we uiteindelijk omringd werden door bergen. We hadden gerust nog wat kunnen doorrijden om op een andere (goedkopere?) plaats te slapen, maar het was nu eenmaal zo. Rond de middag bereikten we ons uiteindelijke doel, en moeder en vader konden meteen terecht in het hotelleke, dat zowaar pal in het centrum van Virgen lag, net bij de kerk en het Toeristisch bureau.
Daarna gingen we een beetje op onderzoek uit, eerst en vooral naar de plaats waar we afgesproken hadden met de groep. Bleek dat het nog een eindje uit het centrum verwijderd lag, en toch nog behoorlijk bergop ook. En toen we eenmaal op het aangeduide adres aankwamen, bleek het geen pension te zijn, maar een doodgewoon huis. Toch maar aangeklopt, maar het bleek inderdaad niet de juiste locatie te zijn. Ze hadden blijkbaar de straatnamen een beetje aangepast, en we moesten nog verder bergop zijn. OK, uiteindelijk alles gevonden en ook al de gids gezien, maar toch besloten om straks met de auto terug te keren. Zo gezegd, zo gedaan, en we keerden al gauw terug, en konden ook meteen onze kamer in. Omdat de auto toch bij ons in de buurt stond, besloten we om onze rugzakken nog even te reorganiseren en eventueel overgewicht toch nog achter te laten. We hadden toch nog tijd, want de anderen waren nog lang niet gearriveerd. Daarna was het wachten op de anderen, en we besloten om buiten op het terras nog een beetje te genieten van de zon.
Ruim op het afgesproken uur waren de meesten er al, en later toen we net klaar waren met de uitleg van de reis kwamen ook de laatsten eraan. En dan nog even overlopen wie welke verzekering heeft (wij hebben nu een goede reisverzekering bij World Assistance dat toch behoorlijk wat dekt, zelfs reddingsacties in de bergen!) Na het eten gingen we snel naar onze kamer, om toch uitgerust te beginnen aan de huttentocht. Althans, dat hoopte ik, maar net als de nacht voordien weer slecht geslapen...
's Morgens nog vlug een douchke genomen om fris aan de tocht te beginnen. Na het ontbijt vertrokken wij al iets vroeger dan de anderen met de auto naar het dorp, om ze aan het hotelleke te parkeren en de sleutels aan Wims ouders te overhandigen. Het duurde wel nog een eindje voor we de anderen terug zagen aan de enige bakkerij van het dorpje, vanwaar de huttentaxi ons naar het vertrekpunt van de tocht zou brengen: Wetterkreuzhutte op 2106m.
En dan was het serieus. Ik was al een beetje te warm aangekleed (had nog een fleece aan voor het geval ik te koud zou krijgen), maar aan het tempo van de groep was het nogal moeilijk om te stoppen om ze uit te doen, dat kwam wel op de eerste stop. Blijkbaar waren de meesten wel gewoon om in de bergen te wandelen, maar ik ondanks de wekelijkse training in de Ardennen niet zo. Ik bengelde achteraan, maar op mijn tempo lukte het wel. Al gauw stond ik knalrood, badend in het zweet... Maar die dag slaagden we erin om al een paar collekes te beklimmen, namelijk Griften op 2720m, Donnerstein op 2725m en ook nog Speikboden op 2653m. Tot mijn grote plezier stonden er stempeltjes bij de laatste twee pieken, dus heb ik lekker gestempeld! Ik was er al op voorzien hoor, ik had witte papiertjes genoeg bij me om te kunnen stempelen.
Uiteraard mocht ook het kruis niet ontbreken op de toppen. Na de beklimmingen en het lopen over de kamlijn was het tijd om de afdaling in te zetten richting eerste hut en slaapplaats namelijk de Lasörlinghutte op 2320m. Maar die afdaling was behoorlijk zwaar voor mij, ook over heel wat rotsblokken en steile stukken. Ik deed mijn uiterste best, maar was toch blij om eindelijk de hut te zien. Het duurde dan wel nog even voor we er waren, maar kom.
Na aankomst konden de zware bergschoenen eindelijk uit en werden ze geruild voor iets makkelijker zittende sandalen. In feite had ik de verkeerde kousen uitgekozen: ik had de iets dunnere gekozen voor dagtrekking, want ik had niet gedacht dat het al vanaf de eerste dag zo zwaar zou zijn. Ik had dus beter geopteerd voor mijn "Trekker" kousen en dus niet "Trail Light" want de trail was allesbehalve light! Maar gelukkig had ik ook mijn Coolmax kousen van Bridgedale aan, zodat het overtollige zweet makkelijk wegkon, zodat geurtjes vermeden werden.
Onze slaapplaats werd toebedeeld en dat bleek een grote gemeenschappelijke kamer voor 15 personen te zijn. Lees: een megagroot stapelbed voor 6 personen boven en 6 beneden. Helaas, door het gesnurk, gekraak en gepiep van de bedden weer nauwelijks geslapen.
De tweede dag stond eerst de beklimming van de Lasörling op het programma, met zijn hoogte van 3098m een ideale berg om aan de hoogte te wennen. En we konden bovendien de bagage achterlaten in de hut, dus geen extra gewicht om mee te sleuren! Ik had eerst geen zin om mee te gaan de dag voordien, maar 's morgens voelde ik me goed genoeg om de strijd met de berg aan te gaan. Helaas voor mij is me dat niet gelukt, voor de eigenlijke beklimming moest ik opgeven, want het lukte me niet meer. Dan maar terug naar de hut op mijn eigen tempo. Omdat we geen rugzakken meehadden (Wim wel, vooral voor drank dan), nam ik de drinkfles en vertrok weer naar beneden. Nu, wandelen met een drinkfles rond je arm en wandelstokken is niet ideaal, zeker omwille van het feit dat de fles telkens tegen de stok sloeg. Nu ja, ik paste wel in het decor op dat moment, want de koeien daar in de buurt keken maar vreemd op toen ik daar voorbij kwam. "Wat een vreemde koe is dat?" moeten ze waarschijnlijk gedacht hebben. Uiteindelijk raakte ik zonder problemen terug in de hut, waar ik me buiten op het terras zette om een beetje uit te rusten.
Wim heeft uiteraard wel de top bereikt, en bovendien een mooi panorama voor me gemaakt! En natuurlijk mocht een foto van hem op die hoogte ook niet ontbreken. Tegen de middag was de groep terug, en na een portie soep (met illegale kaas en brood) konden we er weer tegenaan voor de middagwandeling.
Tja, weer tijd voor een stevige wandeling van 4 uur. En dat het stevig was, kan ik je verzekeren. Ook nu weer stukken over rotsblokken klauteren en klimmen. Het tempo van de groep lag iets te hoog voor mij, maar ik probeerde toch in de mate van het mogelijke aan te klampen, met het slikken van de nodige druivensuikers. Het laatste stuk naar de Saule op 2850m (in feite een doorgang er net naast) was echt klimmen, en je moest je aan een stalen draad vasthouden. Net op zo'n moment schiet de rugzak van Wim door! Stel je voor, gelukkig was het maar één kant, anders lag de rugzak verschillende honderden meters lager... De rugzak werd snel doorgegeven naar boven, daarom staat Wim trouwens zonder rugzak op de foto, in tegenstelling tot de anderen van de groep.
Amai, ik was blij dat ik de top bereikt had, maar ik wist niet wat nog zou komen. What goes up, must go down en dat heb ik geweten! Weer enorm lange stukken klauteren over stenen. En meestal ben ik al zo voorzichtig als ik naar beneden wandel, maar ditmaal raakte ik echt niet vooruit! Op een gegeven moment was ik dolblij dat de hut in het vizier kwam, maar minder blij toen ik het parcours er naar toe zag! Een enorm steil stuk over rotsblokken en stenen... En dat terwijl de rest al meters lager als berggeiten naar beneden huppelden. Ik genoot echt niet van de trip, maar haalde links en rechts toch nog de kracht om een paar foto's te nemen. En de last van de rugzak maakte het alleen nog maar erger. Gelukkig was Guy zo lief om een heel stuk terug te keren om me van mijn last te verlossen.
Eenmaal in de hut was ik weer blij om te kunnen zitten en eten en te rusten. Althans, dat hoopte ik. Maar in deze hut was de kamer ook weer een grote beddenbak, met nauwelijks ruimte voor je materiaal te plaatsen. Ik ging na het eten maar gauw weer slapen, maar ook die nacht niet veel geslapen en vaak wakker gekomen. Wim had ondertussen ook al met de gids gesproken over mijn toestand, en ik had ook veel zin om met de tocht te stoppen. Uiteindelijk kwamen we tot een compromis: ik zou meegaan tot het dal, en dan verder naar Prägraten doorwandelen, terwijl de anderen op hun tempo de tocht verder zouden kunnen zetten, en dus niet afhankelijk waren van mijn traagheid.
's Anderendaags begon de dag slecht, namelijk het begon te regenen. Gelukkig net voor we op tocht gingen, zodat we alle voorzorgen konden nemen, en helemaal ingepakt begonnen we aan de Panoramaweg. Veel panorama was er door de wolken niet, maar tot onze grote vreugde toch wat dieren kunnen zien. Eerst een hert, maar ik was te traag met het fototoestel, en wat verderop nog één. Ik was blij dat ik ze als eerste zag. Verderop nog een eenzame gems, maar ik weet uit ervaring dat gemzen toch wel groepsdieren zijn, dus moesten er wel nog meer zijn. En ja hoor, op het verste punt van de panoramaweg zagen we een hele troep. En ook nog twee spelende herten die ons waarschijnlijk nooit opgemerkt hadden.
In het dal vroeg de gids hoe het met me was. Mijn bovenbenen deden nog altijd pijn (nooit geweten dat een mens daar zoveel spieren heeft) en ook mijn voeten waren niet helemaal in orde, en na een snoeppauze ging de tocht weer verder, weer bergop. Ik had aan Wim gezegd dat ik op het einde van de Panoramaweg wou stoppen, maar de gids had niet gezegd dat het op dat punt was, dus ging ik gewoon verder. Maar ik was in feite helemaal leeg, ik gebruikte mijn stokken om me naar boven te trekken, en vond het dus allesbehalve leuk om zo mijn vakantie te moeten doorbrengen. Op een gegeven moment vroeg ik of de beklimming van de dag al begonnen was, en dat bleek inderdaad zo te zijn, maar ik durfde niet te zeggen dat ik dat niet aankon. En Wim was ook verderop in de groep, ik liep net na de gids. Uiteindelijk is hij toch tot bij mij geraakt, en heeft dus de gids gezegd dat ik zou stoppen. De tranen stonden me nader dan het lachen, en ik nam afscheid van de groep.
Zij trokken verder de berg over naar de Neue Reichenberger Hutte, terwijl Wim en ik terug afdaalden. Uiteindelijk kwamen we bij de Lasnitzerhutte uit, waar we onze druipnatte kleren verwisselden voor droge exemplaren. Daar nog wat gebleven om op te warmen en wat te eten. En als op slag bleek het droog te zijn, en konden we de tocht naar Prägraten verder zetten. Het ging bergaf, maar langs een breed en makkelijk pad. Ik moest wel verschillende keren stoppen, en snel ging het ook niet, maar ik kan je verzekeren dat je door pijn aan je bovenbenen en voeten niet anders kan!
Eenmaal in het dorpje aangekomen hadden we vrij snel een bus, gelukkig maar, want anders moesten we nog een uur wachten. In Virgen stapten we uiteraard af, en boekten een kamer in het hotelleke waar vader en moeder ook logeerden. Na wat rusten besloot ik om even aan te kloppen. Ze waren uiteraard verrast om ons te zien, maar langs de andere kant ook een beetje blij, omdat we dan een deel van de vakantie met hen konden doorbrengen.
Die nacht heb ik eindelijk deftig kunnen slapen, vroeg erin en ook nog wat kunnen uitslapen, het was lang geleden! (en ik had het nodig ook) Eerst trokken we naar de toeristische dienst voor een kaart van de omgeving en om de huttentaxi naar de Johannishutte te boeken. Want Wim en ik hadden uitgezocht of we op een of andere manier toch de reis met de anderen weer konden voortzetten. En dat bleek het geval te zijn, maar die dag deden we het rustig aan. De anderen hadden een zware tocht voor de boeg, maar wij gingen een makkelijk stukje doen, namelijk het Wasserschaupfad bij de Umballfälle, watervallen dus. Vader en moeder gingen ook mee, dus ging het lekker rustig aan. We kwamen ook de groep weer tegen, daar hadden we op gehoopt om verder af te spreken voor de rest van de reis. Zo gezegd, zo gedaan, en toen ging onze rustige wandeling verder. Omdat het een stuk trager ging, voelde ik weinig van mijn spierpijn, en kon ik voor het eerst echt genieten van de omgeving.
Bovendien konden we ook zien hoe de hutten in de hoogte bevoorraad worden per helicopter, wat uiteraard ook weer leuke foto's opleverde. Eenmaal terug in het dal zagen we ook onze eerste marmotten. Na het eten in een van de hutten besloten we om nog naar een derde hut te gaan voor die dag, trouwens ook weer goed voor het stempelen. Niet alleen in het huttenboek dat je kan krijgen, maar ook weer op de witte papiertjes om in het scrapbook te verwerken. Vandaag in de hutten ook veel konijntjes gezien, ze hebben trouwens ook konijntjes in het hotel waar we verblijven, dus mijn dag was goed! En Wim moest perse fotomodel spelen in de buurt van de hut...
Na onze wandeling stopten we nog even in Obermauern, net buiten Virgen, om de Maria in Schnee-kerk te bezoeken. Het interieur is barok zoals bij de meeste kerken in Oostenrijk, maar er waren ook ontzettend veel fresco's te vinden. En tot mijn grote verbazing kon je er ook stempelen!
Daarna opnieuw lekker gegeten én geslapen, zodat ik goed uitgerust het vervolg kon aanvatten van de reis. 's Morgens gingen we met de auto naar Prägraten, waar we de huttentaxi richting Johannishutte namen. Onderweg stopte de chauffeur ook even om ons edelweiss te tonen. In de Lasnitzeralm had ik er al van dichtbij in een potje gezien, maar in het echt is het toch toffer. Die bloem wou ik echt zien om mijn reis in Oostenrijk compleet te maken. Het zien van steenbokken stond ook hoog op mijn lijstje, maar die wens is helaas niet ingewilligd...
Het was stralend weer, en ik kon de beklimming volledig op eigen tempo doen. Onderweg kwamen we ook nog een paar fotogenieke koeien tegen, en eentje vond het niet zo tof dat ik haar fotografeerde, want ze heeft de hele tijd ons achtervolgd en staan loeien!
De tocht tussen de twee hutten ging van 2121m naar 2962m, dus voor mij al een superprestatie! We gingen zowaar na een korte drankpauze aan de hut nog even door naar over de 3000m. En de GPS/hoogtemeter van Wim duidt dus aan dat het werkelijk zo is. Ik wou ook graag een foto in de sneeuw die er rond de hut te vinden was. Had ik het geweten, had ik daar nog even mee gewacht.
Na een lekker soepje besloten we om buiten te wachten op de anderen van de groep. Ik had ze al van ver zien aankomen (waar een fototoestel met goede zoom allemaal niet goed voor is). Toen ze er bijna waren, kwam ook het bevoorradingskarretje via de lift naar boven, en er zat iemand in. Frederic dacht dat het ik was, maar dat was dus niet zo, ik heb het op mijn eigen tempo gehaald! Hij was wel ferm verschoten dat ik het gehoord had, maar de situatie was gewoon zo grappig.
De slaapplaats was ditmaal nog groter dan de eerste keer. Ik weet niet hoeveel bedden er waren in de grote slaapzaal, maar het was toch al een stuk beter: slaapbakken voor 3 à 4 personen, met houten stukken tussen, die toch wat geluid tegenhielden 's nachts.
Na het eten bleven we wachten op de gids, die nog vanuit het dal moest komen om het programma van de volgende dag te bespreken. Het oorspronkelijke plan was om 8 toppen van boven de 3000m te beklimmen en zo de gletsjer over te steken naar de volgende hut. Mijn tocht zou dan terug gaan naar de Johannishutte en dan naar de hut waar ook de anderen heen zouden gaan. Na de uiteenzetting van de gids wou ik gaan slapen, maar er was nergens een schakelaar te vinden in de grote slaapzaal, zodat ik tegen mijn zin maar weer naar beneden ging en half slapend bleef wachten tot de rest ook ging slapen. Ook zij vonden geen schakelaar, maar een paar hoofdlichtjes maakten al een wereld van verschil.
Maar omdat het weer 's anderendaags vrij slecht zou zijn, moest overgeschakeld worden op een ander plan. De groep zou vroeg vertrekken om de Grossvenediger van 3674m te beklimmen en dan terug te keren, om te overnachten in de Johannishutte. Voor mij kwam dat goed uit, want zo hoefde ik de tocht niet alleen te doen.
De weergoden deden wat voorspeld was: slecht weer. Het begon met regenen toen de groep de uitrusting aankreeg bij de hut, maar van zodra ze vertrokken waren ging dat door de koude over in hagel. Het begon ook te onweren en zelfs te sneeuwen, en ik wist niet hoe hun tocht verder zou verlopen.
Ik was in de hut gebleven, en ik keek buiten naar de sneeuw, probeerde nog een beetje te slapen (wat dus niet echt lukte maar kom) en fotografeerde ook nog scharrelende sneeuwhoenen achter de hut. Een stuk vroeger dan verwacht keerden de anderen terug van de beklimming, die ik waarschijnlijk nog had kunnen meedoen... De top hadden ze niet bereikt, want zo'n 140m van de top begon het zo te onweren dat er niets anders opzat dan zo snel mogelijk weer naar lager gebied af te zakken om geen risico te lopen.
Na de tocht door hagel, sneeuw en ijs was het tijd om op te warmen bij een soepje, om dan af te dalen naar de Johannishutte. Ik liep weer vrij vooraan, zodat de gids ook een beetje het tempo kon aanpassen indien nodig. We waren nog maar pas vertrokken, of de gids besefte dat hij zijn kaart in de hut vergeten had. Zo had ik tijd om even nog wat foto's in de sneeuw te maken, maar ik had geen zin om lang te blijven staan, dus ik vroeg of ik al mocht voorlopen. Als ik trager ben dan de groep, konden ze me dan toch inhalen.
Maar het afdalen ging verschrikkelijk vlot, in de sneeuw was het in feite wel handig om snel het pad terug te vinden (want de gids had dus al eerder de afdaling ingezet) en als een berggeit snelde ik naar beneden. Ik moet zeggen, ik genoot wel van het tempo, want voor het eerst in de reis was dat dus aanvaardbaar (of zelfs snel), want het duurde een heel eind voor het tweede deel van de groep me bijgebeend had. En toen ze me voorbij staken, deed ik mijn uiterste best om het tempo aan te houden.
Eenmaal terug in de hut had ik het verschrikkelijk warm (want we waren vertrokken in de sneeuw, dus had ik me warm genoeg aangekleed), want door het wandelen krijg je nu eenmaal warm. Dus hoog tijd voor wat verfrissing en "verse" kleren. Er wachtte ons nog een lekkere maaltijd en nog een gezellige avond met Chinees wiezen en voor het eerst van de vakantie hield ik het de hele avond uit. De kamer in de Johannishutte was ook het best van al. De bedden waren lang genoeg, zodat Wim niet met zijn voeten eruit moest slapen of diagonaal liggen. Het waren grote stapelbedden voor 10 man in totaal, maar er zat ook nog een tussenstukje voor een beetje privacy, en bovendien ook nog voldoende plaats om je bagage kwijt te geraken.
En 's anderendaags was de laatste dag van de vakantie al weer aangebroken. Het plan was om met de huttentaxi naar Hinterbichl te gaan en dan zo te voet verder naar Virgen. Het was ijskoud, maar wel helder genoeg om nog een paar mooie foto's te nemen. En de taxichauffeur bleek dezelfde te zijn als in onze heenrit, en ik vroeg hem of hij kon stoppen bij de edelweiss die hij ons eerder had getoond. En gelukkig wou hij dat doen, dus ik sprong dan maar snel uit de auto om een paar foto's van de bloemen te nemen.
Eenmaal in het dorpje aangekomen was de temperatuur veel aangenamer, dus konden weer een paar laagjes uitspelen. De tocht verliep voor mij in het begin vrij goed, het was relatief vlak, met een stevig tempo. Maar eenmaal voorbij Prägraten namen we de andere kant van de rivier, de flanken van de bergen op, en toen kreeg ik het weer wat moeilijker. Ik moest ook al een hele tijd naar het toilet, maar ook geen geschikte plek gevonden. En toen ik dacht dat ik het had, kwamen we een kudde lama's met bagage tegen (we waanden ons plots in Bolivië... maar dat is voor binnen een paar maanden) die over een hek moesten springen om hun tocht verder te zetten. Dat was veel leuker dan de motorrijder die we verder op onze tocht tegenkwamen, maar kom. Maar het stuk ging dus weer bergop, dus weer wat lastiger voor mij. Maar ik maakte er toch het beste van, en voor we het wisten waren we weer in Virgen. Klokslag 12u, het moment dat we terug wilden zijn. Als dat geen timing was. Na nog een groepsfoto was het tijd om afscheid te nemen en terug te keren naar huis, waar de konijntjes op ons wachtten...
We hebben ongeveer tot 17u gereden, en toen waren we net de grens over in Oostenrijk, en we moesten de 2de afrit of zo hebben (net voor de plaats waar je een vignet moet gebruiken, dus hadden we geluk). Daar in de buurt was het plaatsje Kufstein, waar we op zoek gingen naar een plaats om te overnachten. In een gezellig straatje vonden we 2 "zimmer frei", maar bij de ene bleek er niemand thuis te zijn, en bij de andere was er maar één kamer beschikbaar. Dus ging onze zoektocht verder. Ditmaal kwamen we een hotel tegen. Veel zin om verder te zoeken hadden we niet, en hoewel het vrij duur was, besloten we toch om daar te slapen. Ik had gelukkig ons materiaal voor één nacht in een zakje apart gestoken, zodat we niet de hele rugzak zouden moeten ondersteboven halen om aan ons slaap- en toiletgerief te geraken.
En daarna was het tijd om iets te gaan eten. We wandelden wat verder naar het centrum van de plaats, langs de Inn. In Kufstein is ook een burcht te vinden net aan het water, en een steegje met diverse restaurants. Na diverse pogingen om een geschikte plaats te vinden om iets te eten (gesloten, geen warme maaltijd, volzet...) , zijn we maar naar het steegje teruggekeerd en daar een ideaal restaurant gevonden.
We besloten om allemaal een schotel voor 2 personen te nemen, en dat werd later op één schotel opgediend. Een ruime keuze aan vlees, soorten aardappelen en groentjes! Super lekker! En toen de hele schotel leeg was, werd het tijd om terug te keren naar het hotel om te slapen. Nu ja, van slapen is er bij mij niet zo veel in huis gekomen, ik ben verschillende keren wakker geworden 's nachts...
Na het ontbijt ging onze reis dan verder richting Virgen. Langzaam begon het landschap meer en meer te veranderen, tot we uiteindelijk omringd werden door bergen. We hadden gerust nog wat kunnen doorrijden om op een andere (goedkopere?) plaats te slapen, maar het was nu eenmaal zo. Rond de middag bereikten we ons uiteindelijke doel, en moeder en vader konden meteen terecht in het hotelleke, dat zowaar pal in het centrum van Virgen lag, net bij de kerk en het Toeristisch bureau.
Daarna gingen we een beetje op onderzoek uit, eerst en vooral naar de plaats waar we afgesproken hadden met de groep. Bleek dat het nog een eindje uit het centrum verwijderd lag, en toch nog behoorlijk bergop ook. En toen we eenmaal op het aangeduide adres aankwamen, bleek het geen pension te zijn, maar een doodgewoon huis. Toch maar aangeklopt, maar het bleek inderdaad niet de juiste locatie te zijn. Ze hadden blijkbaar de straatnamen een beetje aangepast, en we moesten nog verder bergop zijn. OK, uiteindelijk alles gevonden en ook al de gids gezien, maar toch besloten om straks met de auto terug te keren. Zo gezegd, zo gedaan, en we keerden al gauw terug, en konden ook meteen onze kamer in. Omdat de auto toch bij ons in de buurt stond, besloten we om onze rugzakken nog even te reorganiseren en eventueel overgewicht toch nog achter te laten. We hadden toch nog tijd, want de anderen waren nog lang niet gearriveerd. Daarna was het wachten op de anderen, en we besloten om buiten op het terras nog een beetje te genieten van de zon.
Ruim op het afgesproken uur waren de meesten er al, en later toen we net klaar waren met de uitleg van de reis kwamen ook de laatsten eraan. En dan nog even overlopen wie welke verzekering heeft (wij hebben nu een goede reisverzekering bij World Assistance dat toch behoorlijk wat dekt, zelfs reddingsacties in de bergen!) Na het eten gingen we snel naar onze kamer, om toch uitgerust te beginnen aan de huttentocht. Althans, dat hoopte ik, maar net als de nacht voordien weer slecht geslapen...
's Morgens nog vlug een douchke genomen om fris aan de tocht te beginnen. Na het ontbijt vertrokken wij al iets vroeger dan de anderen met de auto naar het dorp, om ze aan het hotelleke te parkeren en de sleutels aan Wims ouders te overhandigen. Het duurde wel nog een eindje voor we de anderen terug zagen aan de enige bakkerij van het dorpje, vanwaar de huttentaxi ons naar het vertrekpunt van de tocht zou brengen: Wetterkreuzhutte op 2106m.
En dan was het serieus. Ik was al een beetje te warm aangekleed (had nog een fleece aan voor het geval ik te koud zou krijgen), maar aan het tempo van de groep was het nogal moeilijk om te stoppen om ze uit te doen, dat kwam wel op de eerste stop. Blijkbaar waren de meesten wel gewoon om in de bergen te wandelen, maar ik ondanks de wekelijkse training in de Ardennen niet zo. Ik bengelde achteraan, maar op mijn tempo lukte het wel. Al gauw stond ik knalrood, badend in het zweet... Maar die dag slaagden we erin om al een paar collekes te beklimmen, namelijk Griften op 2720m, Donnerstein op 2725m en ook nog Speikboden op 2653m. Tot mijn grote plezier stonden er stempeltjes bij de laatste twee pieken, dus heb ik lekker gestempeld! Ik was er al op voorzien hoor, ik had witte papiertjes genoeg bij me om te kunnen stempelen.
Uiteraard mocht ook het kruis niet ontbreken op de toppen. Na de beklimmingen en het lopen over de kamlijn was het tijd om de afdaling in te zetten richting eerste hut en slaapplaats namelijk de Lasörlinghutte op 2320m. Maar die afdaling was behoorlijk zwaar voor mij, ook over heel wat rotsblokken en steile stukken. Ik deed mijn uiterste best, maar was toch blij om eindelijk de hut te zien. Het duurde dan wel nog even voor we er waren, maar kom.
Na aankomst konden de zware bergschoenen eindelijk uit en werden ze geruild voor iets makkelijker zittende sandalen. In feite had ik de verkeerde kousen uitgekozen: ik had de iets dunnere gekozen voor dagtrekking, want ik had niet gedacht dat het al vanaf de eerste dag zo zwaar zou zijn. Ik had dus beter geopteerd voor mijn "Trekker" kousen en dus niet "Trail Light" want de trail was allesbehalve light! Maar gelukkig had ik ook mijn Coolmax kousen van Bridgedale aan, zodat het overtollige zweet makkelijk wegkon, zodat geurtjes vermeden werden.
Onze slaapplaats werd toebedeeld en dat bleek een grote gemeenschappelijke kamer voor 15 personen te zijn. Lees: een megagroot stapelbed voor 6 personen boven en 6 beneden. Helaas, door het gesnurk, gekraak en gepiep van de bedden weer nauwelijks geslapen.
De tweede dag stond eerst de beklimming van de Lasörling op het programma, met zijn hoogte van 3098m een ideale berg om aan de hoogte te wennen. En we konden bovendien de bagage achterlaten in de hut, dus geen extra gewicht om mee te sleuren! Ik had eerst geen zin om mee te gaan de dag voordien, maar 's morgens voelde ik me goed genoeg om de strijd met de berg aan te gaan. Helaas voor mij is me dat niet gelukt, voor de eigenlijke beklimming moest ik opgeven, want het lukte me niet meer. Dan maar terug naar de hut op mijn eigen tempo. Omdat we geen rugzakken meehadden (Wim wel, vooral voor drank dan), nam ik de drinkfles en vertrok weer naar beneden. Nu, wandelen met een drinkfles rond je arm en wandelstokken is niet ideaal, zeker omwille van het feit dat de fles telkens tegen de stok sloeg. Nu ja, ik paste wel in het decor op dat moment, want de koeien daar in de buurt keken maar vreemd op toen ik daar voorbij kwam. "Wat een vreemde koe is dat?" moeten ze waarschijnlijk gedacht hebben. Uiteindelijk raakte ik zonder problemen terug in de hut, waar ik me buiten op het terras zette om een beetje uit te rusten.
Wim heeft uiteraard wel de top bereikt, en bovendien een mooi panorama voor me gemaakt! En natuurlijk mocht een foto van hem op die hoogte ook niet ontbreken. Tegen de middag was de groep terug, en na een portie soep (met illegale kaas en brood) konden we er weer tegenaan voor de middagwandeling.
Tja, weer tijd voor een stevige wandeling van 4 uur. En dat het stevig was, kan ik je verzekeren. Ook nu weer stukken over rotsblokken klauteren en klimmen. Het tempo van de groep lag iets te hoog voor mij, maar ik probeerde toch in de mate van het mogelijke aan te klampen, met het slikken van de nodige druivensuikers. Het laatste stuk naar de Saule op 2850m (in feite een doorgang er net naast) was echt klimmen, en je moest je aan een stalen draad vasthouden. Net op zo'n moment schiet de rugzak van Wim door! Stel je voor, gelukkig was het maar één kant, anders lag de rugzak verschillende honderden meters lager... De rugzak werd snel doorgegeven naar boven, daarom staat Wim trouwens zonder rugzak op de foto, in tegenstelling tot de anderen van de groep.
Amai, ik was blij dat ik de top bereikt had, maar ik wist niet wat nog zou komen. What goes up, must go down en dat heb ik geweten! Weer enorm lange stukken klauteren over stenen. En meestal ben ik al zo voorzichtig als ik naar beneden wandel, maar ditmaal raakte ik echt niet vooruit! Op een gegeven moment was ik dolblij dat de hut in het vizier kwam, maar minder blij toen ik het parcours er naar toe zag! Een enorm steil stuk over rotsblokken en stenen... En dat terwijl de rest al meters lager als berggeiten naar beneden huppelden. Ik genoot echt niet van de trip, maar haalde links en rechts toch nog de kracht om een paar foto's te nemen. En de last van de rugzak maakte het alleen nog maar erger. Gelukkig was Guy zo lief om een heel stuk terug te keren om me van mijn last te verlossen.
Eenmaal in de hut was ik weer blij om te kunnen zitten en eten en te rusten. Althans, dat hoopte ik. Maar in deze hut was de kamer ook weer een grote beddenbak, met nauwelijks ruimte voor je materiaal te plaatsen. Ik ging na het eten maar gauw weer slapen, maar ook die nacht niet veel geslapen en vaak wakker gekomen. Wim had ondertussen ook al met de gids gesproken over mijn toestand, en ik had ook veel zin om met de tocht te stoppen. Uiteindelijk kwamen we tot een compromis: ik zou meegaan tot het dal, en dan verder naar Prägraten doorwandelen, terwijl de anderen op hun tempo de tocht verder zouden kunnen zetten, en dus niet afhankelijk waren van mijn traagheid.
's Anderendaags begon de dag slecht, namelijk het begon te regenen. Gelukkig net voor we op tocht gingen, zodat we alle voorzorgen konden nemen, en helemaal ingepakt begonnen we aan de Panoramaweg. Veel panorama was er door de wolken niet, maar tot onze grote vreugde toch wat dieren kunnen zien. Eerst een hert, maar ik was te traag met het fototoestel, en wat verderop nog één. Ik was blij dat ik ze als eerste zag. Verderop nog een eenzame gems, maar ik weet uit ervaring dat gemzen toch wel groepsdieren zijn, dus moesten er wel nog meer zijn. En ja hoor, op het verste punt van de panoramaweg zagen we een hele troep. En ook nog twee spelende herten die ons waarschijnlijk nooit opgemerkt hadden.
In het dal vroeg de gids hoe het met me was. Mijn bovenbenen deden nog altijd pijn (nooit geweten dat een mens daar zoveel spieren heeft) en ook mijn voeten waren niet helemaal in orde, en na een snoeppauze ging de tocht weer verder, weer bergop. Ik had aan Wim gezegd dat ik op het einde van de Panoramaweg wou stoppen, maar de gids had niet gezegd dat het op dat punt was, dus ging ik gewoon verder. Maar ik was in feite helemaal leeg, ik gebruikte mijn stokken om me naar boven te trekken, en vond het dus allesbehalve leuk om zo mijn vakantie te moeten doorbrengen. Op een gegeven moment vroeg ik of de beklimming van de dag al begonnen was, en dat bleek inderdaad zo te zijn, maar ik durfde niet te zeggen dat ik dat niet aankon. En Wim was ook verderop in de groep, ik liep net na de gids. Uiteindelijk is hij toch tot bij mij geraakt, en heeft dus de gids gezegd dat ik zou stoppen. De tranen stonden me nader dan het lachen, en ik nam afscheid van de groep.
Zij trokken verder de berg over naar de Neue Reichenberger Hutte, terwijl Wim en ik terug afdaalden. Uiteindelijk kwamen we bij de Lasnitzerhutte uit, waar we onze druipnatte kleren verwisselden voor droge exemplaren. Daar nog wat gebleven om op te warmen en wat te eten. En als op slag bleek het droog te zijn, en konden we de tocht naar Prägraten verder zetten. Het ging bergaf, maar langs een breed en makkelijk pad. Ik moest wel verschillende keren stoppen, en snel ging het ook niet, maar ik kan je verzekeren dat je door pijn aan je bovenbenen en voeten niet anders kan!
Eenmaal in het dorpje aangekomen hadden we vrij snel een bus, gelukkig maar, want anders moesten we nog een uur wachten. In Virgen stapten we uiteraard af, en boekten een kamer in het hotelleke waar vader en moeder ook logeerden. Na wat rusten besloot ik om even aan te kloppen. Ze waren uiteraard verrast om ons te zien, maar langs de andere kant ook een beetje blij, omdat we dan een deel van de vakantie met hen konden doorbrengen.
Die nacht heb ik eindelijk deftig kunnen slapen, vroeg erin en ook nog wat kunnen uitslapen, het was lang geleden! (en ik had het nodig ook) Eerst trokken we naar de toeristische dienst voor een kaart van de omgeving en om de huttentaxi naar de Johannishutte te boeken. Want Wim en ik hadden uitgezocht of we op een of andere manier toch de reis met de anderen weer konden voortzetten. En dat bleek het geval te zijn, maar die dag deden we het rustig aan. De anderen hadden een zware tocht voor de boeg, maar wij gingen een makkelijk stukje doen, namelijk het Wasserschaupfad bij de Umballfälle, watervallen dus. Vader en moeder gingen ook mee, dus ging het lekker rustig aan. We kwamen ook de groep weer tegen, daar hadden we op gehoopt om verder af te spreken voor de rest van de reis. Zo gezegd, zo gedaan, en toen ging onze rustige wandeling verder. Omdat het een stuk trager ging, voelde ik weinig van mijn spierpijn, en kon ik voor het eerst echt genieten van de omgeving.
Bovendien konden we ook zien hoe de hutten in de hoogte bevoorraad worden per helicopter, wat uiteraard ook weer leuke foto's opleverde. Eenmaal terug in het dal zagen we ook onze eerste marmotten. Na het eten in een van de hutten besloten we om nog naar een derde hut te gaan voor die dag, trouwens ook weer goed voor het stempelen. Niet alleen in het huttenboek dat je kan krijgen, maar ook weer op de witte papiertjes om in het scrapbook te verwerken. Vandaag in de hutten ook veel konijntjes gezien, ze hebben trouwens ook konijntjes in het hotel waar we verblijven, dus mijn dag was goed! En Wim moest perse fotomodel spelen in de buurt van de hut...
Na onze wandeling stopten we nog even in Obermauern, net buiten Virgen, om de Maria in Schnee-kerk te bezoeken. Het interieur is barok zoals bij de meeste kerken in Oostenrijk, maar er waren ook ontzettend veel fresco's te vinden. En tot mijn grote verbazing kon je er ook stempelen!
Daarna opnieuw lekker gegeten én geslapen, zodat ik goed uitgerust het vervolg kon aanvatten van de reis. 's Morgens gingen we met de auto naar Prägraten, waar we de huttentaxi richting Johannishutte namen. Onderweg stopte de chauffeur ook even om ons edelweiss te tonen. In de Lasnitzeralm had ik er al van dichtbij in een potje gezien, maar in het echt is het toch toffer. Die bloem wou ik echt zien om mijn reis in Oostenrijk compleet te maken. Het zien van steenbokken stond ook hoog op mijn lijstje, maar die wens is helaas niet ingewilligd...
Het was stralend weer, en ik kon de beklimming volledig op eigen tempo doen. Onderweg kwamen we ook nog een paar fotogenieke koeien tegen, en eentje vond het niet zo tof dat ik haar fotografeerde, want ze heeft de hele tijd ons achtervolgd en staan loeien!
De tocht tussen de twee hutten ging van 2121m naar 2962m, dus voor mij al een superprestatie! We gingen zowaar na een korte drankpauze aan de hut nog even door naar over de 3000m. En de GPS/hoogtemeter van Wim duidt dus aan dat het werkelijk zo is. Ik wou ook graag een foto in de sneeuw die er rond de hut te vinden was. Had ik het geweten, had ik daar nog even mee gewacht.
Na een lekker soepje besloten we om buiten te wachten op de anderen van de groep. Ik had ze al van ver zien aankomen (waar een fototoestel met goede zoom allemaal niet goed voor is). Toen ze er bijna waren, kwam ook het bevoorradingskarretje via de lift naar boven, en er zat iemand in. Frederic dacht dat het ik was, maar dat was dus niet zo, ik heb het op mijn eigen tempo gehaald! Hij was wel ferm verschoten dat ik het gehoord had, maar de situatie was gewoon zo grappig.
De slaapplaats was ditmaal nog groter dan de eerste keer. Ik weet niet hoeveel bedden er waren in de grote slaapzaal, maar het was toch al een stuk beter: slaapbakken voor 3 à 4 personen, met houten stukken tussen, die toch wat geluid tegenhielden 's nachts.
Na het eten bleven we wachten op de gids, die nog vanuit het dal moest komen om het programma van de volgende dag te bespreken. Het oorspronkelijke plan was om 8 toppen van boven de 3000m te beklimmen en zo de gletsjer over te steken naar de volgende hut. Mijn tocht zou dan terug gaan naar de Johannishutte en dan naar de hut waar ook de anderen heen zouden gaan. Na de uiteenzetting van de gids wou ik gaan slapen, maar er was nergens een schakelaar te vinden in de grote slaapzaal, zodat ik tegen mijn zin maar weer naar beneden ging en half slapend bleef wachten tot de rest ook ging slapen. Ook zij vonden geen schakelaar, maar een paar hoofdlichtjes maakten al een wereld van verschil.
Maar omdat het weer 's anderendaags vrij slecht zou zijn, moest overgeschakeld worden op een ander plan. De groep zou vroeg vertrekken om de Grossvenediger van 3674m te beklimmen en dan terug te keren, om te overnachten in de Johannishutte. Voor mij kwam dat goed uit, want zo hoefde ik de tocht niet alleen te doen.
De weergoden deden wat voorspeld was: slecht weer. Het begon met regenen toen de groep de uitrusting aankreeg bij de hut, maar van zodra ze vertrokken waren ging dat door de koude over in hagel. Het begon ook te onweren en zelfs te sneeuwen, en ik wist niet hoe hun tocht verder zou verlopen.
Ik was in de hut gebleven, en ik keek buiten naar de sneeuw, probeerde nog een beetje te slapen (wat dus niet echt lukte maar kom) en fotografeerde ook nog scharrelende sneeuwhoenen achter de hut. Een stuk vroeger dan verwacht keerden de anderen terug van de beklimming, die ik waarschijnlijk nog had kunnen meedoen... De top hadden ze niet bereikt, want zo'n 140m van de top begon het zo te onweren dat er niets anders opzat dan zo snel mogelijk weer naar lager gebied af te zakken om geen risico te lopen.
Na de tocht door hagel, sneeuw en ijs was het tijd om op te warmen bij een soepje, om dan af te dalen naar de Johannishutte. Ik liep weer vrij vooraan, zodat de gids ook een beetje het tempo kon aanpassen indien nodig. We waren nog maar pas vertrokken, of de gids besefte dat hij zijn kaart in de hut vergeten had. Zo had ik tijd om even nog wat foto's in de sneeuw te maken, maar ik had geen zin om lang te blijven staan, dus ik vroeg of ik al mocht voorlopen. Als ik trager ben dan de groep, konden ze me dan toch inhalen.
Maar het afdalen ging verschrikkelijk vlot, in de sneeuw was het in feite wel handig om snel het pad terug te vinden (want de gids had dus al eerder de afdaling ingezet) en als een berggeit snelde ik naar beneden. Ik moet zeggen, ik genoot wel van het tempo, want voor het eerst in de reis was dat dus aanvaardbaar (of zelfs snel), want het duurde een heel eind voor het tweede deel van de groep me bijgebeend had. En toen ze me voorbij staken, deed ik mijn uiterste best om het tempo aan te houden.
Eenmaal terug in de hut had ik het verschrikkelijk warm (want we waren vertrokken in de sneeuw, dus had ik me warm genoeg aangekleed), want door het wandelen krijg je nu eenmaal warm. Dus hoog tijd voor wat verfrissing en "verse" kleren. Er wachtte ons nog een lekkere maaltijd en nog een gezellige avond met Chinees wiezen en voor het eerst van de vakantie hield ik het de hele avond uit. De kamer in de Johannishutte was ook het best van al. De bedden waren lang genoeg, zodat Wim niet met zijn voeten eruit moest slapen of diagonaal liggen. Het waren grote stapelbedden voor 10 man in totaal, maar er zat ook nog een tussenstukje voor een beetje privacy, en bovendien ook nog voldoende plaats om je bagage kwijt te geraken.
En 's anderendaags was de laatste dag van de vakantie al weer aangebroken. Het plan was om met de huttentaxi naar Hinterbichl te gaan en dan zo te voet verder naar Virgen. Het was ijskoud, maar wel helder genoeg om nog een paar mooie foto's te nemen. En de taxichauffeur bleek dezelfde te zijn als in onze heenrit, en ik vroeg hem of hij kon stoppen bij de edelweiss die hij ons eerder had getoond. En gelukkig wou hij dat doen, dus ik sprong dan maar snel uit de auto om een paar foto's van de bloemen te nemen.
Eenmaal in het dorpje aangekomen was de temperatuur veel aangenamer, dus konden weer een paar laagjes uitspelen. De tocht verliep voor mij in het begin vrij goed, het was relatief vlak, met een stevig tempo. Maar eenmaal voorbij Prägraten namen we de andere kant van de rivier, de flanken van de bergen op, en toen kreeg ik het weer wat moeilijker. Ik moest ook al een hele tijd naar het toilet, maar ook geen geschikte plek gevonden. En toen ik dacht dat ik het had, kwamen we een kudde lama's met bagage tegen (we waanden ons plots in Bolivië... maar dat is voor binnen een paar maanden) die over een hek moesten springen om hun tocht verder te zetten. Dat was veel leuker dan de motorrijder die we verder op onze tocht tegenkwamen, maar kom. Maar het stuk ging dus weer bergop, dus weer wat lastiger voor mij. Maar ik maakte er toch het beste van, en voor we het wisten waren we weer in Virgen. Klokslag 12u, het moment dat we terug wilden zijn. Als dat geen timing was. Na nog een groepsfoto was het tijd om afscheid te nemen en terug te keren naar huis, waar de konijntjes op ons wachtten...
2 opmerkingen:
Wat een leuke foto's. Jammer dat je niet helemaal hebt kunnen meedoen, maar toch een grote pluim op je hoed dat je toch nog zo'n groot deel hebt gedaan. Mij zouden ze mogen samenvegen denk ik na een halve dag wandelen.
Ah! eindelijk heb ik gevonden wat ik zocht. Soms wordt het duurt zo veel moeite om zelfs de kleinste nuttig stukje informatie te vinden.
Een reactie posten